Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 15 april het beroep verworpen dat Nederland had ingesteld tegen het verbod op pulsvisserij.
Sinds 2019 geldt een verbod op bepaalde vismethoden, zoals het gebruik van explosieven, gif, verdovende stoffen, elektrische stroom en pneumatische hamers. Het gebruik van elektrische pulskorren bleef echter mogelijk gedurende een overgangsperiode tot en met 30 juni 2021 en onder bepaalde strikte voorwaarden. Landen hadden wel de mogelijkheid pulsvissen op nationaal niveau al eerder te verbieden. Belgiƫ voerde zo reeds een verbod in op het gebruik van deze vistechniek binnen de territoriale wateren via het Ministerieel besluit van 19 juli 2019 houdende het verbod op de pulsvisserij in de Belgische twaalfmijlszone.
Nederland wou het Europees verbod nietig laten verklaren op basis van het gegeven dat Europa zich niet heeft gebaseerd op de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen. Het EU-Hof argumenteert echter dat de wetgever op het vlak van visserij een ruime beoordelingsbevoegdheid heeft en niet verplicht is zijn keuze uitsluitend op wetenschappelijke en technische adviezen te baseren.