In de 4 Belgische kustjachthavens liggen tal van recreatieve hengelvaartuigen aangemeerd, de één al actiever dan de andere. Personen die recreatief hengelen op zee doen dit ofwel vanaf hun eigen boot, een boot van een vriend/kennis of reserveren hiertoe een plaatsje op een charterboot. In de jachthavens kunnen de boten veelal duidelijk herkend worden door de installatie van hengelhouders op de railing van de vaartuigen – hetgeen toelaat de hengel vast te zetten tijdens het vissen op zee – en/of door de aanwezigheid van visgereedschap.
In de Belgische mariene wateren richt men zich afhankelijk van het seizoen op verschillende doelsoorten: kabeljauw/gul, wijting, makreel en meerdere soorten platvis (vb. tong, schol, bot, schar). Afhankelijk van de doelsoort of van de voorkeur van de visser wordt tijdens het hengelen gebruik gemaakt van kunstaas (shads, pilkers, etc.) of levend aas (zagers, pieren, inktvis, zacht krab, mesheft, etc.).
Het Belgisch deel van de Noordzee biedt voor hengelaars vanaf vaartuigen verschillende mogelijkheden. Zo wordt de bodem gekenmerkt door een diversiteit in morfologie en structuren, zoals zandbanken, biogene (schelpkokerworm – Lanice conchilega) en geogene (grind) riffen en artificiële harde substraten zoals scheepswrakken. Elk van deze bodemtypes/structuren hebben hun invloed op het ecosysteem en de lokaal voorkomende vissoorten.