Kruien

Het manueel voortslepen van een sleepnet doorheen het ondiepe zeewater wordt ‘kruien’ genoemd. In de meeste gevallen trekt elke kruier zijn eigen net, maar sporadisch slepen 2 kruiers samen een groter net achter hen aan. Kruiers wagen zich in zee vanaf 2 uur voor laagwater en beogen het vangen van grijze garnalen (Crangon crangon). Meestal zijn ze makkelijk te herkennen door hun gele/oranje waadpakken. Tijdens de koude wintermaanden zal je ze niet aantreffen, maar in het voor- en het najaar kun je ze vaak spotten langsheen het strand, dikwijls omringd door nieuwsgierige voorbijgangers. De vangst wordt immers ter plaatse gesorteerd wat de kans op overleving voor de bijvangst (kleine krabben, heremietkreeften, mesheften, juveniele platvissen, etc.) aanzienlijk verhoogd, en net deze kijk op de diversiteit aan organismen trekt de kijklustigen aan. Vervolgens gaan de garnalen nogmaals op de schudzeef zodat de kleinere exemplaren terug de zee in gaan.

Een alternatieve vorm van kruien betreft het gebruik van een duwnet (scheenet). Bij een duwnet wordt het net aan een lange lat bevestigd en wordt het voortgeduwd door een hierop haaks staande ‘dromstok’ van wel 3 meter lang. In het midden schraapt de lat door het zand waardoor garnalen opschrikken, terwijl ter hoogte van de zijkanten de constructie net boven de bodem uitkomt wat het voortduwen enigszins vergemakkelijkt. Deze activiteit wordt langsheen onze kust nagenoeg niet meer beoefend, maar komt nog geregeld voor in Noord-Frankrijk.